Slingerend werpen
Alle activiteiten zijn geprobeerd om zo helder mogelijk te verwoorden. Deze activiteiten zijn gratis te gebruiken. Mocht je toch liever een uitleg hebben met tekening en materiaalbeschrijving, klik dan hier op de link. Voor slechts € 1,50, krijg je alle activiteiten uit onderstaande lijst als PDF, met beschrijving, foto / tekening en materiaallijst.
Liever alle oefeningen direct in 1 PDF-pakket (met foto/tekening, materiaallijst en beschrijving) in plaats van 16 aparte documenten per leeftijdscategorie?
Discus bowlen
De atleet heeft een discus vast met 1 hand en staat achter de lijn. In het veld staan allemaal pilonnen op ongeveer 8 meter. De atleet maakt stap naar voren en rolt de discus over zijn wijsvinger uit zijn hand. Hij probeert om de pilonnen omver te rollen. Denk aan hierbij aan bowlen. Het aantal omgevallen pilonnen is het aantal punten. Wie scoort de meeste punten in 3 beurten?
20x werpen
De atleten staan in tweetallen op 30 meter tegenover elkaar op De tweetallen hebben minimaal 15 meter tussenafstand . Per tweetal hebben ze 1 fietsband. Ze proberen zo snel mogelijk de fietsband 20x over te gooien. Ben je klaar dan ga je zitten.
Opmerkingen:
Je mag alleen vanaf je beginplaats werpen (zet een hoedje op de grond om de werpplaats aan te geven.
Als je de fietsband moet ophalen, dan moet je eerst terug lopen naar je werpplaats voordat je mag gooien.
Je mag alleen maar met 1 arm werpen (zijwaartse slingerworp)
Slingerestafette
De atleten worden in 2 groepjes ingedeeld. Ieder lid van een groepje staat achter elkaar in een rij. 1 atleet (A) staat op 3,5 m tegenover de groep en heeft een fietsband.
Op het startsignaal werpt hij de fietsband met een discusachtige worp naar de nr 1 van de rij. De nr 1 vangt de fietsband en werpt op dezelfde manier terug. Daarna gaat hij op de hurken zitten. Atleet A gooit nu de fietsband naar de nr 2. Hij vangt, gooit terug en gaat zitten, etc. Welk groepje heeft als eerste iedereen zitten?
BELANGRIJK: ER MOET RUSTIG MIKKEND GEWORPEN WORDEN, NIET OP KRACHT!
Let op dat het geen frisbee werpen wordt, maar discusachtig werpen
Mikken
De atleten staan in een cirkel met een diameter van 10 meter. In het midden staat een grote pilon. Ieder atleet heeft een fietsband. Op het teken van de trainer werpen ze met een zijwaartse slingerworp de fietsband. Ze proberen om de fietsband om de pilon te krijgen. Lukt dit, dan heeft hij 2 punten gescoord. Raken is 1 punt. Wie heeft na 10 beurten de meeste punten?
Slingervolleybal
Maak een minivolleybalveld waarbij 1 helft 5x5 meter is (pas de grootte aan als dat nodig mocht zijn). Het net wordt vervangen door een hooggespannen touw.
De kinderen staan in groepjes van 3 of 4 op een veldhelft. De fietsband moet over de lijn op de grond van de tegenstander
worden gegooid. Lukt dit, dan heb je een punt, maar wordt de fietsband gevangen, dan mag de vanger gooien. Onder het net
door of buiten het veld neerkomen van de fietsband is een punt voor de andere partij. Wie heeft als eerste 15 punten?
Puntenwerpen
De atleet staat in een hoepel. Van daaruit werpt hij een fietsband. In het veld staan allerlei voorwerpen met daarop een getal. Dit getal geeft aan hoeveel punten dit voorwerp is. Wie heeft de meeste punten na 5x werpen? Pas de afstanden van de voorwerpen aan het niveau van de atleten aan.
Het werpen gebeurd met een zijwaartse slingerworp.
Cirkelwerpen
De kinderen staan aan de buitenzijde van het vierkant (10x10m) Ze werpen op het teken van de trainer met een zijwaartse slingerworp de fietsband en proberen de fietsband in de cirkel (diameter 2 meter) te gooien. Lukt dit, dan heb je 3 punten, Wie scoort het meeste in 5 beurten?