Hordenlopen


Alle activiteiten zijn geprobeerd om zo helder mogelijk te verwoorden. Deze activiteiten zijn gratis te gebruiken. Mocht je toch liever een uitleg hebben met tekening en materiaalbeschrijving, klik dan hier op de link. Voor slechts € 1,50, krijg je alle activiteiten uit onderstaande lijst als PDF, met beschrijving, foto / tekening en materiaallijst.

Liever alle oefeningen direct in 1 PDF-pakket (met foto/tekening, materiaallijst en beschrijving) in plaats van 16 aparte documenten per leeftijdscategorie?

Klik dan hier voor meer informatie.

De eerste keer horden

Zet 3 rijen met ieder 4 (klap)horden klaar. Zet voor en na de (klap)horden een klein hoedje of krijtstreep, zodat er een slootje ontstaat. Let op dat je de (klap)horden in de sloot neerzet waarbij er 2/3 van de sloot voor de klaphorden zit en 1/3 erna! De (klap)horden mogen niet hoger worden neergezet dan 60cm.

De eerste rij heeft tussen de (klap)horden een afstand van 4,50m. De tweede rij een afstand van 5m en de derde rij heeft 5,50m tussenafstand.

Zijn er niet genoeg klaphorden, gebruik dan ander materiaal.

Doel is om alle rijen in driepas te kunnen lopen, zonder dat de hordenpassage voor vertraging zorgt.

Hordenstart

Zet startblokken en de eerste 3 horden klaar op wedstrijdafstanden en hoogtes. Na een paar keer erlangs en erover te zijn gegaan, ga je vanuit de startblokken.
Je moet zo starten dat je bij de 4e pas rechtop bent en dat je maar 8 passen maakt tot aan de eerste horde. Het kan dus zijn dat je met je andere voet voor moet zitten in het startblok dan wat je bij sprinten hebt.

Bekertjes schoppen

Zet 2 rijen van 5 horden klaar. 1 rij is 76 cm hoog (voor de meisjes) en 1 rij is 84 cm hoog (voor de jongens). Voor de meisjes is de tussenafstand 7 ,5m, voor de jongens 8 meter.
Na een paar keer langs de horden te zijn gegaan, waarbij slechts 1 been over de horde gaat met de aanvals- of bijtrektechniek, worden er op iedere horden 1 plastic bekertje geplaatst. Maak hiervoor in ieder bekertje 2 scheurtjes aan de zijkant, zodat het bekertje vast kan worden gezet in deze scheuren.
Nu gaat de atleet in 3 of 5 pas over de horden waarbij wordt  geprobeerd om de bekertjes van de horden te schoppen.
Gaat dit goed, dan wordt er gelet op snelle voetplaatsing achter de horden, waarbij de armen niet zijwaarts uitzwaaien.

Steeple estafette

Op de rondbaan staan om de 80m 3 horden klaar, maar houd baan 1 vrij, vanwege de veiligheid. Deze horden staan in de laagste stand en NAAST elkaar.
Er worden drietallen gemaakt. De nummer 1 en 3 staan klaar op de start, de nummer 2 staat 200m verderop. De eerste loopt naar de nummer 2, maar neemt onderweg wel de hindernissen. Hier tikt hij nummer 2 aan en de nummer 1 blijft staan. De nummer 2 loopt naar de nummer 3, maar neemt ook de horden. Hij tikt de nummer 3 aan en blijft staan. De nummer 3 loopt naar de nummer 1, etc. Iedere atleet moet 6x hebben gelopen. Als de nummer 3 terug is na de 6e loop, wordt de tijd stilgezet.
Wie heeft de snelste eindtijd?