Estafette
Alle activiteiten zijn geprobeerd om zo helder mogelijk te verwoorden. Deze activiteiten zijn gratis te gebruiken. Mocht je toch liever een uitleg hebben met tekening en materiaalbeschrijving, klik dan hier op de link. Voor slechts € 1,50, krijg je alle activiteiten uit onderstaande lijst als PDF, met beschrijving, foto / tekening en materiaallijst.
Liever alle oefeningen direct in 1 PDF-pakket (met foto/tekening, materiaallijst en beschrijving) in plaats van 16 aparte documenten per leeftijdscategorie?
Rangeer estafette
Maak verschillende groepjes, max. 5 per groepje. De nr. 1 van de estafetteploeg rent vanaf de startlijn om de pilon en weer terug. Dan neemt hij nr. 2 mee. De nr. 2 legt de handen op de schouders van de nr. 1.. Samen lopen ze om de pilon heen en halen de nr. 3 op, etc. Zo wordt er een trein gevormd. Als iedereen in de trein staat, dan mag de nr. 1 stoppen. De rest gaat om de pilon. Dan mag de nr. 2 stoppen, etc.
Variatie: niet de schouders, maar een lang touw vasthouden.
Pendel estafette
Maak groepjes die ongeveer even groot zijn. Sommige staan bij de startlijn, anderen aan de overkant. De eerste rent naar de overkant, geeft het stokje aan de tweede loper. Deze loopt dan weer terug. Als je hebt gelopen, sluit je achteraan bij je eigen rij. Net zo lang doorgaan totdat je weer terugbent op je plaats.
Variatie: hindernis onderweg, groepen husselen.
Keerborden (zaaltraining)
Achter de startlijn zitten groepjes van gelijke aantal. De eerste rent, zet met 1 voet af op het keerbord en rent terug. De tweede loper staat al klaar achter de startlijn. Nr. drie gaat klaar staan, etc. Als hij het stokje krijgt, dan mag hij weg. Welk groepje heeft als eerste zijn laatste loper over de startlijn terug?
Memory estafette
Opstelling
Verdeel de groep in kleinere groepjes van ongeveer 5 kinderen. Zorg ervoor dat er voor ieder groepje in ieder geval 10 sets memorykaarten zijn. Maak voor elk groepje een eigen vak met memorykaarten op ongeveer 20 meter van de start. De kaarten liggen verspreid in dit vak met de afbeelding naar beneden.
Uitleg
Na het startsignaal rent het eerste kind van iedere groepje naar de kaarten en draait 2 kaartjes om. Zijn deze kaartjes hetzelfde dan mag hij/zij deze meenemen naar het groepje. Zijn de kaartjes verschillend dan moeten ze weer op de kop gelegd worden en rent het kind zonder kaartjes terug naar zijn groepje.
Als het eerste kind bij de groep is aangekomen mag nummer 2 gaan rennen en probeert 2 dezelfde kaarten te vinden. Daarna nummer 3 enz. Dit gaat door tot het hele vak leeg is.
Welke groep is het eerst klaar? Of stop na bijvoorbeeld 5 minuten en kijk welke groep de meeste kaartjes heeft. De kaartjes moeten steeds op dezelfde plek blijven liggen, anders wordt het erg moeilijk voor de kinderen om te onthouden waar een kaartje ligt.
Hindernis estafette
Zet een parcours uit met allerlei lage hindernissen. Maak gelijke teams. De nummers 1 rennen over het parcours, gaan over de hindernissen en geven het stokje aan de nummers 2. De gaan nu lopen. Etc. Welk groepje is als eerste klaar?
Variatie:
Heen over de hindernissen, terug gewoon sprinten.
Heen over de hindernissen, terug slalommen om de hindernissen.
Cirkel estafette
Maak meerdere, even grote cirkels. Verdeel de atleten eerlijk over de cirkels. De nr 1 van iedere groe loopt 1 ronde buiten de cirkel om, geeft de nr.2 een High-five en de nr. 1 neemt daarna zijn plaats weer in op de cirkel. De nr 2 mag dan gaan lopen. Welke groep is als eerste klaar als iedereen 1x heeft gelopen?
Variatie: slalommen rondom je eigen groepsgenoten.
Onderhandse wissel
De onderhandse wissel is het makkelijkst om aan te leren. Iedere loper geeft het stokje met zijn linkerhand door en de ontvanger pakt het stokje met zijn rechterhand aan, pakt gelijk over in links en rent door. De ontvanger staat wat meer naar links in het wisselvak (bij pupillen is er geen aanloopvak!). De loper komt eraan. Op een moment moet de ontvanger gaan rennen om in het vak op snelheid te zijn en het stokje te kunnen pakken. Er moet dus een merkteken op de baan komen. Deze is op ongeveer 15 voetjes vanaf de ontvanger, terug naar de loper toe. Als de loper bij het merkteken is, rent de ontvanger weg en hij kijkt niet meer om. De loper roept “JA” als de ontvanger zijn arm naar achter kan doen en bij “PAK” pak de ontvanger het stokje vast.
4x40m
Na een paar keer de onderhandse wissel te hebben geoefend (zie vorige oefening) worden er groepjes van 4 gemaakt. De trainer zet de atleten op de juiste plaatsen in de wisselvakken.
Ieder groepje loopt nu 1x een 4x40m op tijd. De trainer is de starter. Na afloop wordt er besproken wat er beter kan en wat er goed ging.
Rondo estafette
Maak van pionnen of matten een vierkant. Verdeel de atleten eerlijk over de hoeken van het vierkant en nummer per hoek de atleten. Op het “startschot” rennen de nummers 1 om het vierkant en tikken hun eigen nummer 2 met een high-five aan. Dan gaat de nummer 2 rennen, enz. Welk groepje is als eerste klaar?
Lijn estafette
De atleten worden verdeeld over een paar groepjes van 3 personen. De eerste loper rent naar de eerste lijn, tikt deze met zijn voet aan en rent terug. Hij geeft het stokje achter de startlijn over aan de tweede loper. Deze rent naar de tweede lijn, tikt met zijn voet de lijn aan en rent terug. De derde loper krijgt het stokje en rent naar de derde lijn, tikt deze met zijn voet aan en rent terug. Welk groepje is als eerste klaar?
Tip: Dit is een tactisch spelletje. Zet je snelste loper in voor het langste stuk, dus als nummer 3.
De 1e wissel
De kinderen geven tussen pilon 1 en 2 het stokje door. De eerste paar keer wordt er niets gezegd over hoe ze het stokje moeten doorgeven of wanneer de ontvanger mag gaan lopen..
Daarna mag de ontvanger al aan het rennen zijn als hij het stokje krijgt, zolang het maar tussen de 2 pilonnen is. Wanneer moet je dan als ontvanger gaan weglopen? Doordat ze zelf ontdekken, zullen beter onthouden en sneller leren.
Kolom estafette
Oefening 1: zet de atleten in 3 of 4 rijen in een trapsgewijze opstelling, zodat de linkerhand telkens rechts onder de rechterhand van degene die voor hem is. Onderlinge afstand is ongeveer 1 meter. De achterste in de rij heeft een stokje. Op het teken van de trainer geven ze het stokje zo snel mogelijk door. Je pakt met rechts aan en geeft met links door. Niemand mag lopen. Welk groepje heeft als eerste het stokje vooraan?
Oefening 2: Hetzelfde als hierboven, alleen is nu de onderlinge afstand 10 meter en je mag pas lopen als je het stokje in je hand heb. Wie heeft nu als eerste het stokje vooraan?
Keerpuntestafette
1) Rijtjes van 4 personen staan achter de startstreep. De eerste atleet vertrek, loopt om de pilon heen terug naar de eigen groep. Hij loopt om zijn eigen groep heen en geeft het stokje aan de tweede loper. Hij mag nu weglopen, etc. Is iedereen geweest, dan is het klaar.
2) Nu doen we hetzelfde, maar moet je verplicht met rechts het stokje aannemen en met links het stokje doorgeven.
3) Hetzelfde als bij 2, maar nu mag de ontvanger al gaan dribbelen zolang hij het stokje maar in het wisselvak krijgt.
4) Nu wordt het een wedstrijdje. Welk groepje heeft als eerste zijn laatste loper terug in de rij?