Hoogspringen


Alle activiteiten zijn geprobeerd om zo helder mogelijk te verwoorden. Deze activiteiten zijn gratis te gebruiken. Mocht je toch liever een uitleg hebben met tekening en materiaalbeschrijving, klik dan hier op de link. Voor slechts € 1,50, krijg je alle activiteiten uit onderstaande lijst als PDF, met beschrijving, foto / tekening en materiaallijst.

Liever alle oefeningen direct in 1 PDF-pakket (met foto/tekening, materiaallijst en beschrijving) in plaats van 16 aparte documenten per leeftijdscategorie?

Klik dan hier voor meer informatie.

Cirkel springen

In het midden van de kring staat de spelleider met een lang touw in zijn handen die aan het uiteinde iets zwaars heeft (bal/prop
papier/pilon). 
De spelleider gaat nu langzaam het touw ronddraaien, vlak over de grond. Iedere ronde gaat het touw iets hoger en iets sneller.
De spelers in de cirkel springen over het touw. Raak je het touw aan, dan ben je af. Wie als laatste over is, heeft gewonnen en mag zeggen wie er in het midden gaat staan.

Schotse sprong

Vanaf de pilon neemt de atleet een aanloop en zet af met het been wat het verste van de mat af is. Met een “karate”sprong springt hij over een touw, wat op 70cm hoogte hangt, op de mat. Landen gebeurd op de niet-afzetbeen. Daarna sluit de atleet aan bij de andere rij.
Na een paar beurten blijft de atleet staan bij zijn favoriete kant. Langzaam gaat het touwtje steeds hoger. Welke hoogte kun je halen?
Let op dat de aanloop niet te lang wordt (5 passen) en dat de aanloop onder een hoek van ongeveer 35 graden is. Afzetplaats is op ongeveer 1/3 van de lat, gekeken vanaf de dichtstbijzijnde hoogspringpaal.

Achtjesloop

Er wordt een 8 op de grond gemaakt met pilonnen. Diameter is ongeveer 10 meter. In de bochten wordt snelheid gemaakt terwijl de atleet rechtop blijft lopen.

Spiraalloop

Maak een spiraal met hoedjes. De atleet volgt de hoedjes van buiten naar binnen, terwijl hij rechtop blijft. De bochten worden steeds scherper.

Variatie: in het midden begiennen

Zigzag Schotse sprongen

Maak met speren en touwen een zigzag opstelling. De atleet maakt iedere keer schotse sprongen over het touwtje. Let erop dat de atleet rechtop blijft tijdens het lopen en het springen.

Y-loop

De atleet vertrekt vanuit de rij en loopt dan zoals in de tekening hieronder is aangegeven. Met deze oefening imiteren we de aanloop van de flop-techniek. Let erop dat er inderdaad een versnelling is aan het einde van de bocht. Laat de atleten zowel links– als rechtsom  lopen.

Verkeersplein

Maak een cirkel met een diameter van 8 meter. Op 10 meter van het midden staan startplaatsen (zie tekening)
* De atleten rennen langs het verkeersplein terug naar hun plaats of naar de overkant. Spreek wel af welke kant ze op
lopen en varieer ook van looprichting.
* Laat de kinderen een voertuig nadoen. Spreek wel af welke kant ze op lopen en varieer ook van looprichting.
* Probeer in de laatste paar passen extra snelheid te maken. Spreek wel af welkekant ze op lopen en varieer ook van looprichting.
* Maak een estafetterace.

Over/onder

Verdeel de atleten in 2 gelijke groepen. Je staat in je groepje achter elkaar met ongeveer 1 meter tussenruimte. De atleten staan  afwisselend in bokstand of met de benen gespreid. De speler die achteraan in de rij staat, begint op het signaal van de trainer. Hij moet of tussen de benen door kruipen (bij een spreidstand) of bokspringen. Als hij de laatste hindernis heeft gedaan, gaat hij staan op de andere manier dan de laatste hindernis die hij heeft gedaan. Ook roept hij JA, zodat de volgende kan starten. Als de laatste persoon met 2 voeten op de grond staan en ja roept na zijn laatste hindernis, dan is de groep klaar. Ieder groepslid is dus 1x geweest.
Welke groep is al eerste klaar?

Veelspringen

Hang diverse zaken hoog op, waarbij de hoogtes ook nog eens variëren. De atleet moet met 1 been afzetten en proberen de voorwerpen aan te tikken. Is dit te makkelijk, dan moet het voorwerp worden gekopt.
Na een paar keer oefenen, moet de atleet de aandacht leggen op het versnellen van de laatste paar passen en het ondersteunen van de afzet met je armen.

Schouderbrug

In tweetallen. De ene atleet maakt een schouderbrug, de ander kruipt er onderdoor, rent naar de hoogspringmat. Hij gaat stilstaan met de rug naar de mat en maakt een standflop vanaf twee voeten. Daarna wisselen de atleten van plaats.
Na een paar keer, mogen ze vanuit een aanloop een flop maken. Hang het touwtje wel op een beetje uitdagende hoogte. Het leuke is de spanning van het net-wel-net-niet halen van de hoogte. Gebruik desnoods een verhoogde afzet.